Eugène Peters

Hij begon zijn artistieke carrière aan de Académie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Daar bekwaamde hij zich in het grafisch métier onder leiding van leermeesters als René De Coninck, Marc Séverin en Jos Hendrickx.

Etsen en tekenen volstonden echter niet voor Eugène en daarom begon hij daarnaast te experimenteren met olieverf. Hierin was hij zijn eigen leermeester. Zonder nog ooit gehoord te hebben van Hiëronymus Bosch, lijken de figuren van de eerste schilderijen van Peters zo te zijn weggelopen uit diens landschappen. Later laat hij zich soms inspireren door mensen als Pieter Breughel de Oude en, meer hedendaags, Pyke Koch.

Commédia dell’Arte

Maar hij schildert niet enkel dieren. De figuren van de Commédia dell’Arte leveren een ware hoorn des overvloeds aan onderwerpen. Pierrots en Harlekijns treden op als acrobaten, struisvogeltemmers of gewoon als zichzelf. Circustenten en theaterpodia vormen een dankbare achtergrond voor deze figuren in bonte lapjespakken, met narrenmutsen, trommels en bazuinen. Hoewel hij begrijpt dat de kunstwereld behoefte aan labels heeft, ziet hij zichzelf in zijn tweedimensionale werk gewoon als fijnschilder en tekenaar.
Daarnaast is hij ook een bevlogen beeldhouwer en beschikt hij nog steeds over een enorme werklust en discipline  die hem dagelijks aanzet tot wat hij het liefst doet: creëren.
Zijn voortdurende drive lijkt daarbij ‘De verbeelding aan de macht!’.

 

 

Lees meer over Eugène Peters

Menu